Voorlichting homorechten in azc moet wel effectief
Dat vluchtelingen worden voorgelicht over homorechten in Nederland, maakt Juul van Hoof blij. ‘Maar doe het dan wel centraal en effectief. Je staat niet voor een klas grinnikende pubers, maar volwassen mensen uit landen waar homoseksualiteit verboden is en veroordeeld wordt.’
Het ministerie van Onderwijs dringt aan op lessen over homorechten in asielzoekerscentra. Minister Jet Bussemaker zegt in Trouw dat er goede ervaringen zijn met voorlichtingsmethoden op scholen. Ze wil die ook in azc’s toepassen, waarbij ieder azc een aanpak kan kiezen die past. Gemeente Amsterdam wil daar niet op wachten en start in februari al met voorlichting over homo- en vrouwenrechten in de Amsterdamse noodopvang. Vluchtelingen leren onder meer dat lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (lhbt’s) in Nederland geaccepteerd zijn en wat de omgangsvormen met vrouwen zijn.
Samen aanpakken
Juul van Hoof, senior adviseur inclusie en diversiteit bij kenniscentrum Movisie, is blij met de goede bedoelingen en de aandacht voor lhbt-rechten, maar heeft ook haar bedenkingen. ‘Ik wil echt aandringen op een landelijke, gezamenlijke aanpak’, zegt ze. ‘De algemene training van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over de Nederlandse samenleving is een goede basis. Misschien kan deze uitgebreid worden met hulp van het COC (belangenorganisatie van lhbt’s red.).
Effectiviteit
‘Kijk bovendien goed naar wat effectief is voor deze doelgroep’, vindt van Hoof. Er bestaat veel materiaal dat vooral gericht is op jongeren. Maar in asielcentra sta je niet voor een klas grinnikende pubers. Dit gaat voornamelijk om mannen die uit landen komen waar homoseksualiteit verboden is. Kijk dan goed naar wat kan werken, anders doet je voorlichting eerder kwaad dan goed’, waarschuwt ze.
Pispaaltje
Het vermogen tot accepteren van andere leefwijzen bij een leerling uit havo-3 is heel anders dan dat van iemand die gevlucht en getraumatiseerd is en een onzekere toekomst heeft, vertelt Van Hoof. ‘Wanneer mensen in die situatie ook nog eens dicht op elkaar in een asielzoekerscentrum zitten dan leert de ervaring dat er incidenten voorkomen. En dan zijn lhbt’s, alleenstaande vrouwen en bijvoorbeeld christenen al snel het pispaaltje’, zo schetst Van Hoof de situatie.
Voorlichting
De adviseur is absoluut voor voorlichting, maar dan wel op de juiste manier en op het juiste moment. ‘Wanneer je in een tent in Heumensoord zit, dan is de Nederlandse samenleving wel erg ver weg hoor. Ik heb respect voor alle goede bedoelingen, maar wees wel realistisch over op welk moment je gaat voorlichten. In de noodopvang, met acht mensen op één kamer is er crisis en onzekerheid aan alle kanten. Dan kun je je afvragen of voorlichting met een opgeheven vingertje wel werkt. Wanneer iemand in een asielzoekerscentrum zit en er een procedure is gestart, is er meer rust waardoor de voorlichting beter aankomt.’
Hulpverlening
‘Natuurlijk, we moeten meteen ingrijpen bij incidenten en uitleggen wat de Nederlandse wet is en hoe we hier met elkaar omgaan’, zegt Van Hoof stellig. ‘Professionals hebben bovendien een taak in het signaleren van problemen, het aanspreken van mensen en ter sprake brengen van het onderwerp. Het COC traint medewerkers in het azc om de juiste hulpverlening te kunnen geven aan lhbt’s. Die medewerkers moeten weten dat je niet zomaar kan vragen of een vluchteling misschien homo is.’ Er zijn volgens de adviseur ook andere manieren om zonder het onderwerp te benoemen te achterhalen of iemand zich veilig voelt of problemen heeft met betrekking tot zijn of haar geaardheid. ‘Het is dan belangrijk dat de professional de sociale kaart goed kent en hen kan doorverwijzen naar de juiste hulp. ’
Strafbaar
De realiteit is dat het tijd kost om toe te werken naar acceptatie, concludeert de adviseur. ‘Met acceptatie gaat het jammer genoeg altijd te langzaam. Laten we wel wezen: ik hoor Nederlanders ook nog veel rare dingen zeggen over homo’s. Acceptatie kun je niet bij iedereen afdwingen, maar iedereen moet zich aan de wet houden: discriminatie is strafbaar.’
De afgebeelde personen hebben geen relatie tot het onderwerp van deze tekst. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Movisie en Zorg+Welzijn.