COC vraagt minister Yeşilgöz om maatregelen tegen discriminerend geweld
COC Nederland vraagt minister Yeşilgöz-Zegerius (VVD, Veiligheid & Justitie) in een brief om maatregelen tegen discriminerend geweld. Ook pleit de organisatie voor een verbod op niet-noodzakelijke medische behandelingen van intersekse personen zonder hun toestemming. Het COC stuurt de brief mede namens NNID, TNN en Bi+ Nederland.
Het COC wijst de nieuwe minister in de brief op de vele recente voorbeelden van geweld tegen LHBTI personen. Zo werd trans vrouw Briza Garces Florez vermoord, kreeg de 14-jarige Frédérique klappen omdat die niet wilde zeggen of die een jongen of een meisje is en werd een mannenpaar 7 keer aangevallen omdat ze hand in hand over straat liepen. De 14-jarige Maryana maakte een einde aan haar leven nadat ze eindeloos was gepest, onder meer om haar biseksualiteit. Het kantoor van COC Rotterdam werd beklad, er werd brand gesticht bij de Roze Kameraden-supportersclub en in een studentenflat waar de regenboogvlag uithing.
In totaal krijgen 7 op de 10 LHBTI personen in hun leven te maken met fysiek of verbaal geweld om wie ze zijn. Jaarlijks doen daarvan zo’n 2.300 mensen aangifte of melding van discriminatie. Toch worden er per jaar maar een stuk of vijf daders voor LHBTI discriminatie veroordeeld tot relatief lage straffen.
Dat moet veranderen, zo schrijven de vier belangenorganisaties aan minister Yeşilgöz.
Discriminatierechercheurs
De organisaties stellen onder meer voor dat er in elke politie-eenheid in Nederland discriminatierechercheurs worden aangesteld. Die zouden discriminatiezaken tot op de bodem moeten uitzoeken zodat er meer daders worden veroordeeld. Ook pleiten COC, TNN, NNID en Bi+ voor meer tijd en geld voor de LHBTI-politieteams van Roze in Blauw. Deze agenten moeten hun werk voor de LHBTI-gemeenschap nu in hun vrijetijd doen.
De belangenorganisatie willen dat discriminatie op internet steviger wordt aangepakt en dat er meer aandacht komt voor intersectionele discriminatie (discriminatie om een combinatie van gronden, bijvoorbeeld omdat iemand zwart en transgender is).
Deze maatregelen zijn zowel onderdeel van COC’s Regenboog Stembusakkoord als van het coalitieakkoord van de nieuwe regering.
De belangenorganisaties pleiten in hun brief ook voor een verbod op straatintimidatie. Veel LBTI vrouwen krijgen op straat te maken met seksueel getinte, intimiderende opmerkingen. Verder vragen de organisaties om maatregelen tegen geweld achter de voordeur. Daar krijgen trans- en bi+ personen relatief vaak mee te maken. Tenslotte willen COC, Bi+, TNN en NNID dat er een hoger wettelijk strafmaximum komt bij discriminerend geweld.
De organisaties pleiten ook al lang voor maatregelen om geweld te voorkómen, zoals meer en betere aandacht voor acceptatie op school.
Medische behandelingen zonder toestemming
Op initiatief van de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit NNID pleiten de vier belangenorganisaties bij minister Yeşilgöz voor snelle invoering van een verbod op niet-noodzakelijke medische behandelingen van intersekse personen zonder hun toestemming. Ook dat is een belofte uit COC’s Regenboogakkoord en het coalitieakkoord.
Artsen proberen het lichaam van intersekse kinderen regelmatig zonder medische noodzaak en zonder de expliciete toestemming van deze kinderen zélf in overeenstemming te brengen met wat volgens de heersende normen een ‘mannen-‘ of ‘vrouwenlichaam’ zou zijn. Deze handelswijze maakt (het lichaam van) het kind tot probleem, terwijl in werkelijkheid de knellende maatschappelijke normen over mannen- en vrouwenlichamen en het gebrek aan acceptatie van seksediversiteit het probleem zijn.
Tijdens COC’s Verkiezingsdebat 2021 vertelde Marleen Hendrickx de deelnemers over haar ervaringen met zulke operaties. Namens de VVD reageerde toenmalig Kamerlid Yeşilgöz op Marleens verhaal; ze was toen voorstander van een wettelijk verbod.
Bron: COC Nederland – Foto: COC Nederland organiseerde een demonstratie tegen discriminerend geweld bij de Tweede Kamer; in het midden toenmalig Kamerlid en huidig minister Yeşilgöz – Foto Geert van Tol.